Het onbegrijpelijke
Het onbegrijpelijke
Ik kijk, zeg tien meter ver.
Zie veel, maar ook zo weinig.
Kleuren, bewegingen, voorwerpen.
Maar wat zie ik nou eigenlijk?Twee poezen, een zwarte, en een gestreepte.
Ze hebben de ruimte in mijn tuin.
Ze lopen, springen, en sluipen.
Wat een rust, gaat er van ze uit.Zeg, honderd jaren kent mijn leven,
van de miljard, is dat maar heel even.
En toch wil ik ze genieten en begrijpen,
maar wat doe ik al niet; één en al streven.Ben ik nog wel waardig, mijzelf een mens te noemen.
Of moet ik dan maar machine heten.
Op de wereld om te werken, slapen en te eten.
Met zorgen voor vandaag en morgen.Van de poezen kan ik iets leren,
me geen zorgen te maken.
En te accepteren dat de wereld bestaat,
uit één en al “onbegrijpelijke” zaken.Ger Broeder